Algemene professionele competenties
1. Professionele Sportkundige houding
Zie hiervoor het kopje 'Sport & Identiteit'. Daar worden deze competenties verder toegelicht.
2. Handelt methodisch en evidence informed
2.1 Methodisch handelen
In blok 1.2 heb ik samen met Joris de Vries gewerkt aan het organisatieadvies voor de voetbalvereniging CVV O.N.S. Sneek. Tijdens dit blok hebben wij in acht weken tijd het verenigingsleven onderzocht.
Onder begeleiding van Hoofd-vrijwilligerszaken, kledingzaken en oud-bestuurslid, Dinie Broersma hebben wij ons verdiept in de vereniging om erachter te komen hoe wij het bestaansrecht van deze vereniging konden bevorderen. Joris en ik hebben een interne en externe analyse gemaakt om de vereniging in beeld te brengen. De interne analyse werd met behulp van het AKB-model, enquetes, observaties en interviews beschreven en uitgewerkt. Deze analyse had ik op mij genomen, omdat ik vaker in contact kon komen met de vereniging. Een kwaliteit van mij is dan ook dat ik goed contact kan leggen met mensen. Deze kwaliteit kon ik ook tijdens de interne analyse goed inzetten. Zo deed ik veel interviews en gespreksvoering. Hierdoor leerde ik om ook uit mijn comfortzone te stappen, want ook al kan ik redelijk makkelijk contact leggen met mensen blijft het toch zeker nog wel spannend. Bij de externe analyse werd er gebruik gemaakt van de DESTEP-methode. Deze methode schets de macro omgeving van de vereniging, met onder andere stakeholders en gemeentes. Ook wordt het koopgedrag van mensen en het economische verloop hierin weergegeven. Deze externe analyse heeft Joris op zich genomen.
De interne en externe analyse zijn uiteindelijk verwerkt in een SWOT-analyse. Deze SWOT-analyse brengt duidelijk in kaart wat de sterke en zwakke punten zijn van de vereniging en waar de kansen en bedreigingen liggen. Deze sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen worden met elkaar geconfronteerd in een confrontatie-matrix. Samen met het bestuur is er gekeken welke mogelijke confrontaties er gemaakt zouden kunnen worden. Zo is er onder andere gekeken hoe de sterktes van de vereniging de bedreigingen tegen zouden kunnen gaan. En hoe de sterktes ingezet zouden kunnen worden om de kansen te benutten. Uiteindelijk is er samen met het bestuur en de hoofdsponsor gekeken welke actiepunten er gemaakt moeten worden ter bevordering van het bestaansrecht van de vereniging.
Hieronder is een samengesteld document te vinden met de uitgewerkte SWOT-analyse en de confrontatiematrix, die voortkwamen uit de interne en externe analyse. Deze matrix is in overleg met het bestuur tot stand gekomen. Daarnaast is het logboek te vinden met de activiteiten die Joris en ik gedaan hebben. Wij hebben ons deze periode zo goed mogelijk proberen in te zetten om het beste resultaat te behalen. Dit is in onze ogen gelukt en zoals de beoordeling van onze begeleider aangeeft (die onderaan het document te vinden is), was het bestuur ook onder de indruk van onze kennis en toewijding.
2.2 Kenniswerker
De kennis die ik op doe tijdens de lessen en colleges vind ik erg interessant, omdat het vaak gericht is op stof die ik in mijn eigen sportbeoefening terug kan brengen en kan gebruiken. Verder is de lesstof van belang voor het uitvoeren van dergelijke zaken in de praktijk, waaronder het sportevenement dat in blok 1.1 werd neergezet. Hierdoor vergroot de intrinsieke motivatie in de lessen en colleges, omdat je weet dat je de lesstof ook echt gaat toepassen. Deze kennis maak ik vaak bespreekbaar binnen mijn vrienden groep.
Iedereen binnen deze groep is geïnteresseerd in de verschillende onderwerpen, zoals sociologie, pedagogie, manier van lesgeven/ coachen en organiseren van evenementen. Maar de meesten van deze vriendengroep hebben een eigen kijk op de verschillende onderwerpen, hierdoor ontstaan er vaak discussie punten tijdens het bespreken. Het waardevolle hiervan is, is dat je goed gaat nadenken over hoe het in jouw ogen werkt en eruit moet zien. Je staat daardoor stil bij keuzes die jij maakt en de manier waarop je iets zou aanpakken.
De kennis die ik op doe binnen de colleges deel ik echter niet alleen binnen mijn vriendengroep, maar ook in andere netwerken waaronder de opdrachtgever(Bslim) van ons sportevenement in blok 1.1. Ik deelde dan de kennis, die wij als projectgroep opdeden, uit onze doelgroepsanalyse met de organisatie Bslim. Om tot een juiste keuze te komen. Verder heb ik bij Huis voor de sport Groningen aangemeld onder SportmatchNoord, hierbij kunnen zij mij inzetten als freerun trainer op verschillende locaties in, en rondom Groningen.

Hierboven is een afbeelding te zien van mijn eerste afspraak die via SportMatchNoord gemaakt was. Uiteindelijk heb ik drie gesprekken gehad via SportMatchNoord, waarvan ik de partij Kracht en Vriendschap heb gekozen. Hun visie op de sport Freerunning past het best bij mij. Zo zien zij de sport echt als een verbindend middel, waarbij je vaardigheden ontwikkeld die je ook buiten het sporten kunt benutten.
3. Werkt samen in teams en netwerken
3.1 Samenwerken
In blok 1.1 ben ik contactpersoon geweest van de projectgroep, met als taak om alle contacten te onderhouden en kennis uit te wisselen met de betrokken partijen bij ons evenement. Hieronder vielen bijvoorbeeld de scholen Simon van Hasselt, de Leon van Gelder en Kamerlingonnes. Maar ook organisaties als Huis voor de Sport Groningen, Bslim, een Frisbee vereniging, longboard shop, Freerunning aanbieder en een boogschiet vereniging.
Deze scholen en organisaties konden wij aan ons evenement binden door gezamenlijke doelen op te stellen, waar ieder zijn voordeel mee kon doen. Bij de scholen stelden wij het doel om de kinderen in beweging te zetten en kennis te laten maken met verschillende sporten om hen te stimuleren om meer te gaan bewegen.
Bij de organisaties als Blsim en HvdsG keken wij vooral wat wij als projectgroep voor hen konden betekenen in de SPT-wijken, om jonge kinderen meer te laten bewegen. Dit is namelijk een groot probleem in de SPT-wijken. De sportverenigingen konden wij aan ons binden door hen op ons evenement hun eigen sport te promoten, om de drempel bij de kinderen te verlagen voor mogelijke aanmeldingen.
Mijn bijdrage als contactpersoon heeft ervoor gezorgt dat de verschillende partijen met elkaar in contact kwamen en dat er uiteindelijk een evenement was, doordat ik het proces coördineerde. Het contact verliep op het begin soms nog wel wat moeizaam, maar al snel wist ik goed om te gaan met informatie die ik kreeg en kon ik dit snel en correct communiceren met andere partijen. Zo stuurde ik onze opdrachtgever iedere vrijdag een 'vrijdagmiddag mail' met daarin de stand van zaken en de ondernomen stappen die gezet gingen worden. Daniël, onze opdrachtgever, was erg tevreden met dit concept.
Uiteindelijk is er aan het eind van periode 1 een sportevenement neergezet, die voor meerdere partijen toegevoegde waarde had. Voor zowel de scholen en organisaties die verbonden waren aan het evenement als de kinderen die andere sporten mochten beoefenen.

Iedere vrijdagmiddag stuurde ik onze opdrachtgever een informatieve mail met de stand van zaken. Hierin beschreef ik wat wij die week gedaan hadden, waar we tegenaan waren gelopen en welke stappen we verder gingen zetten.
3.2 Netwerken
Zowel in blok 1.1 als in blok 1.2 moet je samenwerken in teamverband. In blok 1.1 is dit in een teamverband van zes personen. In blok 1.2 is dit verkleint naar een team van twee personen. Door het werken in teamverband wordt je niet alleen verplicht om met een ander te werken, maar ook ertoe gezet om een ander persoon te leren kennen. De reden voor dit laatste punt ligt vooral in het feit dat je pas echt goed kan samenwerken op het moment dat je weet waar ieder zijn sterke en zwakke punten liggen. Je moet tot op zekere hoogte op elkaar zijn ingesteld en weten waar de ander toe in staat is. Hierdoor kun je samen tot een beter eindresultaat komen.
Verder blijkt ook uit ‘3.1 Samenwerken’ dat ik niet alleen relaties aanga binnen de opleiding, maar ook in het werkveld mijn ‘naamkaartje’ achterlaat. Zo ben ik betrokken bij Bslim die, doormiddel van SportmatchNoord, mij willen inzetten als freerun trainer op verschillende locaties.
Daarnaast heb ik samen met een medestudent contact gelegd bij de sportvereniging O.N.S. Sneek. Bij deze vereniging zijn wij aan de slag gegaan voor blok 1.2, organisatieadvies. Binnen de verenging zijn wij in contact gekomen met het bestuur, leden, trainers en vrijwilligers. Aan de hand van gevoerde gesprekken met betrokkenen, desk research en methodieken uit de colleges hebben wij een organisatieadvies kunnen schrijven. Hierin hebben wij onze vraagstukken, kennis, visie en ervaringen gedeeld met het bestuur en de vereniging. Door middel van aanbevelingen, die ondersteund worden met methodieken, hebben wij onze kennis in beeld kunnen brengen. Aan de hand van deze samenwerking heb ik mooie contacten overgehouden binnen de vereniging. Daarnaast beschik ik ook over meerder mail adressen van trainers en bestuursleden, die ik in verband met de privicy-wetgeving niet mag plaatsen op deze site.
Hieronder is een foto te zien van het eerste projectteam waarmee ik samenwerkte in blok 1.1. Met dit team heb ik een sportevenement opgezet voor Bslim.

Hieronder zijn de aanbevelingen te lezen, die Joris en ik hebben geschreven voor de voetbalverenging CVV O.N.S. Sneek. Deze aanbevelingen zijn voortgekomen uit de kennis die Joris en ik hebben opgedaan in blok 1.2, field research en deskresearch. In deze aanbevelingen worden verschillende zaken gecombineerd om een zo goed mogelijk advies te geven aan de vereniging.
3.3 Profileren
In de verschillende organisaties en belanghebbenden verdiep ik mij enorm, zo kan ik mij beter verwoorden in gesprekken en weet ik waar de organisatie hun kernwaarden, visie en doelstellingen op hebben gericht. Daardoor kan ik gerichter in een gesprek antwoord geven, die aansluiten op de visie van de organisatie, zodat er een goedlopend en op één lijn samenwerkend verband ontstaat.

Bovenstaande afbeelding laat het studieteam en de opdrachtgever van Bslim zien. De dag van het evenement was ik continue bezig met het bellen en sturen van verschillende partijen en het studieteam. Er moesten bijvoorbeeld nog bepaalde materialen opgehaald worden en oefeningen uitgezet worden. Dit coördineerde ik voor een groot deel. Wessel Keegstra zei hier het volgende over: "Jelmer zag het werk goed liggen en had duidelijk in zijn hoofd wat er allemaal gebeuren moest. Hij wist deze ideeën en observaties goed over te brengen op ons, hierdoor kon iedereen effectief en efficiënt te werk gaan".
4. Communiceert optimaal
4.1 en 4.2 Empathisch communiceren en Correct taalgebruik
Ik lees mij altijd in in de personen waarmee ik in contact sta. Hierdoor weet ik hoe ik hen kan benaderen en kan ik de relatie tussen de persoon en mijzelf goed inschatten. Dit pas ik toe in de manier waarop ik hen benader. Vooral in het mail contact dat ik gehad heb met de verschillende betrokkenen uit blok 1.1, komt dit goed naar voren. Zo was ik altijd erg beleeft tegen ieder nieuw contact dat ik legde. Maar na verloop van tijd kun je een inschatting maken hoe je de communicatie verder moet laten verlopen. De directeuren van de scholen bleef ik bijvoorbeeld altijd met ‘u’ en ‘uw’ aanspreken, terwijl ik de gymdocenten van de scholen na het derde mailcontact met ‘jij’ kon aanspreken. Hier hadden de gymdocenten ook meer behoefte aan en dat merkte je ook aan de manier waarop zij terug praatten. Ik probeer altijd rekening te houden met de gevoelens van anderen, maar ook de manier waarop zij naar dingen kunnen kijken.
Na het afronden van het sportevenement van blok 1.1 heb ik alle scholen en betrokkenen een mail gestuurd met daarin onze waardering voor hun samenwerking. Daarnaast heb ik mij ook verontschuldigd namens het gehele projectteam, omdat er een moment in het project was waarbij het allemaal iets minder goed verliep. Hieronder is de mail te lezen die gestuurd is naar alle betrokken scholen.

Deze mail, die hierboven is weergegeven, is naar alle drie de scholen gestuurd die actief waren bij ons sportevenement. Hierin heb ik hen bedankt voor de samenwerking en onze excuses nogmaals aangeboden (wat we ook al in een gesprek hadden gedaan). We waren namelijk aan de late kant begonnen met de promotie van het evenement, omdat er onzekerheid ontstaan was over de datum van het evenement. Hierdoor moesten we veel dingen op het laatste moment doen. Echter, deze scholen hielpen ons hier goed mee. Vandaar dat ik de scholen ook duidelijk heb gemaakt dat we de samenwerking gewaardeerd hebben en onze gemaakte fouten erkennen.
4.3 Communicatiemiddelen en applicaties
Om de deelname aan ons evenement te bevorderen gebruikten wij verschillende internet en niet-internet communicatiemiddelen. Wij gingen, als projectgroep, langs op de verschillende scholen in de pauzes en gingen doormiddel van één op één gespreken de deelnemers proberen te motiveren voor ons evenement. Ook deelden wij tijdens deze pauzes flyers uit die wij door derde partijen hadden laten maken.
Deze flyers werden niet alleen uitgedeeld tijdens de pauzes, maar ook tijdens de gymlessen en de mentorlessen. Wij maakten gebruik van deze methode om de leerlingen vertrouwen te geven en hen te laten weten wie het organiseert. Op die manier hoopten wij de drempel tot deelname te verkleinen.
Verder maakten wij gebruik van een promotiefilm, omdat de jongeren veel op het internet actief zijn. Met deze kennis in ons achterhoofd, maakten wij ook gebruik van het instagram platform van Bslim. Op dit platform plaatsen wij foto’s met teksten en linkjes voor het aanmelden. Daarnaast ‘posten’ wij ook korte filmfragmenten met daarin de verschillende sporten te zien die wij aanboden op het evenement.
Ik heb in dit geheel de inloggevens gekregen van Bslim voor hun Instagram account. Daarnaast hield ik via de mail contact met de scholen en docenten over het verspreiden van de flyers. Verder had ik telefonisch contact met Bslim over de gang van zaken en hoe het verdere verloop zou zijn. Zelf ging ik tijdens de pauzes in gesprek met de scholieren om erachter te komen of zij belang hadden bij een dergelijk evenement en of zij wilden langskomen om te kijken hoe het was.
Hieronder is een screenshot te zien van het filmpje dat ik op de dag van het evenement geplaatst heb om nog wat extra mensen te werven.

5. Handelt adequaat in een internationale en interculturele omgeving
5.1 Betrokkenheid en sensiviteit
Zie hiervoor het kopje 'Opdrachten coaching'. Hier wordt er verder ingegaan op 'Betrokkenheid en Sensiviteit'
Bij het kopje Sensitiviteit en Betrokkenheid onder coaching blok 1.2 wordt ingegaan hoe ik hier tegenaan kijk en wat de omgeving hiervan merkt. In hoeverre ben ik betrokken en sensitief? Wat merk je daaraan en is het wel te merken? Dit zijn vragen die hier verder worden uitgewerkt en onderbouwt met voorbeelden en bewijslast.
5.2 Interculturaliteit
In de zomer van 2018 heb ik drie maanden in Spanje gewerkt. In het werk dat ik daar verrichtte werkte ik samen met een zowel groot als klein team. Ik heb eerst anderhalve maand op Camping El Delfin Verde gewerkt in een team van 12 mensen. Deze mensen kwamen uit verschillende landen, zo waren er mensen uit Ierland, Italië, Frankrijk, Nederland, Spanje, Engeland en Saoedi-Arabië. Dit zorgde voor een mooie diversiteit en interessante gesprekken over cultuur, geloof en gewoontes. We communiceerden onderling in het Engels, hierdoor ontstonden er soms wel misverstanden. Omdat woorden soms verkeert begrepen werden of zinnen niet juist opgebouwd waren met als gevolg een misverstand. Deze misverstanden werden daarentegen wel snel opgelost, omdat iedereen over het algemeen goed met elkaar kon opschieten. Door deze ervaring heb ik wel ingezien hoe belangrijk taal is en wat voor gevolgen het kan hebben wanneer iets niet verstaan wordt of niet duidelijk gecommuniceerd wordt.
Daarnaast is het goed om om je heen te kijken naar andere mensen en hun levens. Het is niet nodig om jouw leven te vergelijken met een ander, en je daardoor beter te voelen. Maar het is wel belangrijk dat je op de hoogte bent dat niet alles wat je nu hebt zo normaal is. Sommige mensen hebben het heel anders gehad, wat niet per se beter of slechter hoeft te zijn. Maar je leert wel veel van ervaringen uitwisselen en praten over thuissituaties en gewoontes tegen mensen die uit andere omgevingen komen. Ik denk dat dat iets is, waardoor ik reizen en interacties met andere mensen en culturen zo kan waarderen. Ik kijk daardoor ook weer anders naar mijn eigen situatie en omgeving, misschien zelfs wel wat kritischer en dat is oké.
Hieronder is een foto te zien van twee van mijn collega's. De jonge aan de meest linkse kant gelooft in deIslam en badt iedere dag drie keer, als dat kon. De jongen in het midden is streng gelovig in het Christendom. Deze jongens konden erg goed met elkaar opschieten, en begrepen elkaars standpunten van verschillende geloven. Het was erg mooi om te zien dat twee verschillende werelden zo met elkaar konden opschieten. Ze zagen ook beide de overeenkomsten met de geloven en vroegen elkaar dan waarom er een specifieke keuze was uitgegaan naar het christendom of de Islam. Hier konden zij gewoon met elkaar over praten, zoals het ook hoort in mijn ogen.


Hier rechtsonder is een afbeelding te zien van mijn progressie op het gebied van Spaans en een beetje Duits. Het Spaans heb ik inmiddels de afgelopen zes maanden volgehouden om te oefenen. Echter, ik merk wel dat ik het moet gaan spreken wil ik het verder gaan leren. Een Spaans cursus in Spanje volgen lijkt me dan ook de best volgende stap.
Ik ben in december begonnen met het leren van Spaans via Duolingo. Hiermee wil ik ervoor zorgen dat ik mij in verschillende (Spaans talige) landen beter kan verwoorden en in staat ben beter te communiceren met mensen. Sindsdien ben ik iedere ochtend of avond een les Spaans aan het volgen. Ik verdiep mij in de taal en daarmee ook een grootdeel van de cultuur. De manier van uiten is enigszins verschillend dan in het Nederlands. Hierdoor leer je ook op een andere manier te denken, wat super interessant is. De zinsopbouw en het gebruik van woorden is verschillend van het Nederlands, hierdoor moet je in je hoofd andere linkjes leggen en moet je je op een andere manier uiten.
Dit vind ik een super leuke manier om je hersenen te trainen, maar ook om je hersenen te prikkelen. Het leren van een taal is niet echt heel makkelijk, wat het een leuke uitdaging maakt wanneer ik volgend schooljaar (2019-2020) naar Spanje ga.

6. Handelt verantwoord en toont betrokken burgerschap
6.1 Ethiek
Vanaf 1 maart 2019 ga ik lesgeven voor Kracht & Vriendschap Groningen. Ik zal aan drie verschillende groepen het freerunnen aanbieden. Ik ben in contact gekomen met de vereniging, door Huis voor de Sport Groningen. Zij wilden graag dat ik een Freerun clinic zou geven op één van hun locaties. Hierdoor kwam ik in contact met de vereniging. De vereniging Kracht & Vriendschap wil graag het freerunnen inzetten om kinderen in beweging te krijgen, maar ook om hen meer zelfvertrouwen te geven en met elkaar in contact te brengen. Dit vind ik een super mooi iets. Ik zie dan ook veel mogelijkheden in het gebruik maken van sport als middel. Iemand vaardigheden aanleren die hij of zij ook buiten de sport kan gebruiken is van groot belang. Niet alleen een kind fysiek sterker maken, maar ook mentaal.

6.2 Burgerschap
Tegenwoordig wordt er veel aandacht besteed aan het welzijn van kinderen. Het gaat over zaken als opvoeding, de mate waarin ze buiten spelen, de mate waarin kinderen aan het gamen zijn en wat voor mogelijke gevolgen dit heeft voor het kind. Wat duidelijk naar voren komt is dat sport zeker een positieve invloed heeft op het kind, zowel op fysiek als mentaal vlak.
Ik vind het daarom super mooi om kinderen in beweging te zetten door middel van Freerunning. Zeker bij de sport Freerunning trek je een hele andere groep kinderen aan, doordat het een individuele sport is en doordat het een relatief goedkope sport is. Binnen mijn lessen in Groniningen, Lewenborg, zijn er verschillende wijken die naar de gymzaal gaan waar ik les geef. Zo heb ik verschillende kinderen uit verschillende wijken, waarbij er verschil is in inkomen en economische en financiële perspectieven. Echter, het grotendeel van de leerlingen komen uit een zelfde wijk. Hier hou ik rekening mee binnen mijn lessen door de kinderen niet altijd te wijzen op betere kleding of schoenen die zij zouden kunnen dragen bij het beoefenen van de sport. Dit zou namelijk erg vervelend over kunnen komen voor hen.
Binnen mijn lessen hebben kinderen de ruimte om zichzelf te ontwikkelen en vaardigheden aan te leren die zij zowel binnen als buiten de sport kunnen gebruiken. Dit allemaal onder het toezicht van een trainer/coach die hen helpt bij hun persoonlijke ontwikkeling. De kinderen leren omgaan met leeftijdsgenoten en krijgen te maken met tegenslagen en moeilijke situaties. Deze moeilijke situaties, zoals een backlfip of een front flip, hoeven de kinderen niet alleen op te lossen. Door middel van sturing vanuit de trainer en hulp van leeftijdsgenoten worden deze situaties opgelost en kan het kind meer zelfvertrouwen krijgen. Op die manier breng ik individuele- en groepsverschillen met elkaar in aanraking. Ik laat de kinderen zowel samenwerken als alleen werken. Zodat zij op beide vlakken uit de voeten kunnen. Bij de kinderen die meer moeite hebben om alleen te werken of juist in groepsverband, ben ik daar ter ondersteuning. Ook al is het Freerunning een individuele sport. Het leren en beter worden kun je niet alleen! Je hebt nou eenmaal elkaar nodig om te groeien, in de sport en in je leven.
Dat is waar het Freerunning voor mij voor staat. En binnen mijn lessen wil ik dat ook meegeven aan de kinderen. Om hen te leren van elkaar te leren.
Hieronder is één van de documenten te zien die ik in periode 3 heb ontworpen. Deze zogenaamde 'kijkwijzer' geeft kinderen binnen mijn lessen de ruimte om zelf bezig te gaan met de oefeningen. De kinderen kunnen zelf de keuze maken hoe lastig zij het voor zichzelf willen maken. Zo is de kleur geel de makkelijkste variant en blauw de lastigste. De kinderen worden gestimuleerd om zichzelf de vraag te stellen; wat kan ik? Waar sta ik? En waar wil ik heen? Zij hebben de vrijheid om zelf bezig te gaan met verschillende oefeningen op verschillende niveau's. Hierdoor wordt mijn taak als trainer vooral een coachende rol, waarbij ik de kinderen vragenderwijs ondersteun in hun keuzes en oefeningen.