Assesment B

De student demonstreert de ontwikkeling van zijn sportkundig vakmanschap door middel van reflectie en refereert daarbij aan relevante ontwikkelingen in de sportwereld

In de eerste periode van semester 5 heb ik samen met een team van 3 medestudenten gewerkt aan het project Vitale Stad. Tijdens dit project is er gedurende 8 weken deskresearch gedaan naar de manier waarop de stad Zürich vitaler gemaakt kon worden. Een belangrijk thema dat tegenwoordig steeds meer aandacht krijgt. Het onderzoeken van de stad, de bevolking en de kansen en bedreigingen van de stad stonden hierin centraal. Na de analyse werden er interventies bedacht op basis van theoretische modellen.

Ik werd gekozen als teamleider van het project. Hierbij vond ik het belangrijk dat er een duidelijke planning zou zijn en dat aangeleverde documenten altijd gecheckt zouden worden om kwaliteit te waarborgen. Om ervoor te zorgen dat het project op schema liep, bereidde ik mij altijd goed voor op de vergaderingen. Voorafgaand aan een vergadering maakte ik een to do lijst met taken voor die week. Tijdens het vergadermoment werd er besproken wie welke taken op zich zou nemen en wie dit zou checken voordat het in het einddocument zou komen. Op deze manier werd een gestructureerde werkvorm aangehouden, waardoor het project op schema bleef en de kwaliteit hoog was. Het cijfer op Vitale Stad is een 7,5 geworden. Daarin is ook het werk terug te zien dat wij erin hebben gestopt. 

Als ik terugkijk op deze periode kan ik zeer tevreden zijn. Niet alleen met het cijfer, maar ook met de manier waarop het team heeft samengewerkt. Over het algemeen voerde Iedereen zijn of haar taken goed uit en konden problemen gemakkelijk besproken worden binnen het team. Ik vond het fijn dat ik het proces mocht coördineren en aansturen. Dit zorgde voor veel overzicht bij mijzelf en bij de rest van het team. 

Daarnaast vind ik het ook interessant om de rol van projectleider op mij te nemen en te leren omgaan met verschillende mensen. Mijn leiderschapsstijl wordt vaak als prettig ervaren (zie feedback Mathijs en Maud). Ik probeer een open sfeer te creëren waarin iedereen zijn of haar ideeën kan delen. Daarbij zorg ik ervoor dat tijdens het voeren van een discussie of gesprek iedereen aan het woord komt. Wanneer keuzes gemaakt moeten worden ben ik degene die de knoop doorhakt, maar de keuze maken we als team gezamenlijk. Iedereen moet in ieder geval achter het idee staan. 

Waar ik nog wel eens moeite mee heb is het uitspreken van mijn eigen gevoelens binnen een team. Zo deed er zich een situatie voor, waarbij de kwaliteit van de aangeleverde documenten niet goed was. Dit gebeurde meer dan één of twee keer. Ik gaf wel feedback aan deze persoon op wat voor manier het anders zou kunnen. Maar wanneer dit gedaan werd en nog steeds niet echt hbo-waardig niveau leek te zijn, deed ik het zelf. Dat is natuurlijk mijn keuze, om niet nog eens de confrontatie aan te gaan en zelf het probleem op te lossen, maar daardoor raakte ik wel een beetje gefrustreerd met het feit dat deze persoon niet goed werk bleef aanleveren. Wat mij vooral tegenhield om het te bespreken met deze medestudent was, dat ik niet goed wist hoe ik het bespreekbaar zou moeten maken. Als ik er nu op terugkijk weet ik dat er geen juiste manier is om zoiets te brengen. Zolang je er met een open houding ingaat en vooral bij jezelf blijft en jouw gevoel beschrijft, denk ik dat je een goed gesprek kan voeren. Dat is iets wat ik kan proberen en meenemen naar volgende situaties waarin dit zich voor kan doen. 


De student demonstreert de ontwikkeling van zijn professionele beroepshouding door middel van reflectie en maakt daarbij de koppeling met literatuur en andere kennisbronnen

In de tweede periode van semester 5 kwam deze leeruitkomst zeker tot zijn recht. Deze periode stond onder andere in het teken van de internationale West Ham United game, de visitatie van de Hanzehogeschool Groningen en de visitatie van Sportkunde bij de HAN in Nijmegen. In juni vorig jaar werd ik gevraagd om zowel deel te nemen aan de visitatie in Groningen als het deelnemen aan de visitatie in Nijmegen. Bij de visitatie van de HAN was ik panellid. Ik denk dat ik deze uitnodigingen te danken heb aan mijn houding en manier van werken met andere professionals. Zo heb ik een onderzoekende houding en probeer ik te achterhalen hoe dingen in elkaar zitten. Daarnaast ben ik over de afgelopen jaren beter geworden in het voeren van gesprekken met docenten en professionals. 

Er waren in deze periode wel wat zaken die ik moest oplossen. Zo viel de agenderende audit van de HAN samen met mijn tentamen van SK11 op 30 oktober en was de West Ham United game op dezelfde datum als de Visitatie van de HAN op 18 november. Het moment dat ik te horen kreeg dat deze data overlappend waren, ging ik aan de slag. Ik stuurde een mail naar Ingmar de Vries en Valesca Klooster- van Dijk dat ik op 30 oktober in Nijmegen zou zitten. Ik stelde hen de vraag wat mijn mogelijkheden waren met betrekking tot het tentamen.


Verder stuurde ik het Hoofd van de accreditatie een mail met de vraag of ik het tentamen en de agenderende audit zou kunnen combineren. Dit vond ze een ambitieus plan, maar ze zou kijken wat er geregeld kon worden. Uiteindelijk heb ik een ruimte in het gebouw van HAN Sportkunde kunnen reserveren. Het tentamen zou om 14:30 plaatsvinden, terwijl de audit tot 14:30 duurde. Ik begon daardoor iets later met het maken van het tentamen.  Het panel bestond uit professoren en professionals uit het beroepsgebied. Daarom wilde ik mij van mijn beste kant laten zien en mijn focus volledig richten op de audit. Dit communiceerde ik met zowel Ingmar als het Hoofd van de accreditatie. 

Daarnaast mailde ik naar Gerco van Dalfsen dat ik in ieder geval één dag van de Game zou missen. Waarna ik de situatie uitlegde en een voorstel deed voor een vervangende opdracht voor die dag. We waren beide tot de overeenstemming gekomen dat ik zou proberen zoveel mogelijk aanwezig te zijn tijdens de game en dat achteraf bepaald werd of ik een vervangende opdracht zou moeten doen. Ook stelde ik mijn mentor op de hoogte van de situatie met de vraag of ik verder nog stappen kon ondernemen, door bijvoorbeeld de examencommissie te betrekken. Dit was echter niet nodig.  

Uit bovenstaand voorbeeld komt in mijn ogen mijn professionele beroepshouding goed naar voren. Omdat ik op een nette en professionele manier communiceer. Ik ben in staat verschillende partijen op de hoogte te houden en duidelijke afspraken te maken. Verder geef ik mijn prioriteiten aan, wat in mijn ogen ook bij een professionele beroepshouding hoort. Vaak zullen er verschillende taken en opdrachten zijn in het werkveld die geprioriteerd moeten worden. Ik vind het daarbij belangrijk om eerlijk en duidelijk te zijn tegenover je collega’s. 

In een soortgelijke situatie had ik in voorgaande jaren waarschijnlijk heel anders gehandeld. Ik zou mijn mentor als eerste een mail hebben gestuurd. Met de vraag wat ik in deze situatie zou moeten doen. Aan de hand van de oplossing die de mentor zou geven zou ik aan de slag gaan. Daarnaast zou ik het ook lastig hebben gevonden om tegen een docent te zeggen dat mijn prioriteit niet bij het tentamen ligt, omdat er van een student verwacht wordt dat hij tentamens maakt. 

In deze situatie heb ik juist mijn mentor als laatst gemaild. Ik had zelf al verscheidene stappen ondernomen, maar wilde mijn mentor in het proces betrekken om er zeker van te zijn dat ik geen stappen had overgeslagen. Verder kon ik Ingmar laten weten dat ik de audit als prioriteit zag en dat ik daardoor mogelijk minder zou presteren op het tentamen. Hierin is te zien dat ik als sportkundige mooie stappen heb gezet in zelfstandigheid en professionaliteit. 

"Jelmer heeft naar mijn mening zich ontzettend goed ontwikkeld tot een professionele sportkundige. Hij kent zijn sterke en zwakke punten en deze zet hij ook goed in. Het is een fijne en professionele medestudent en ik hoop zeker dat ik meerdere projecten met hem kan aanpakken."

- Mathijs Dijkstra, 2020

Deze ontwikkeling is onder andere te danken aan mijn stage in jaar 2, waarbij ik veel in contact ben geweest met professionals en docenten van de Hanze. Ik heb in dat jaar veel geleerd van Ingmar over het belang van een duidelijke communicatie en het hebben van een professionele houding. Hierdoor ben ik beter in staat om te communiceren en sta ik zelfverzekerder tegenover mensen uit het beroepsgebied. 

Ik heb het gevoel dat ik in deze situatie op een juiste manier gehandeld heb. Ik heb de verschillende partijen op tijd laten weten wat er speelde, duidelijk gecommuniceerd en met concrete oplossingen gekomen om het probleem op te lossen. In de toekomst zou ik in soortgelijke situatie op dezelfde manier reageren en ik weet nu hoe ik dat op een juiste manier kan doen. 

De student reflecteert op de eigen sportkundige identiteit en vergelijkt dit met de feedback en mening van opdrachtgevers, collega’s en klanten op zijn professionele prestaties

 

Mijn sportkundige identiteit 

Ik denk dat mijn persoonseigenschappen een grote rol spelen in het beantwoorden van deze vraag. Ik, als sociaal-empathisch persoon, luister naar en ondersteun anderen. Ik ben betrokken en kan mijn eigen waarden uiten. Ik vind het interessant en belangrijk om naar andermans problemen te luisteren, maar vooral ook om te kijken hoe deze opgelost kunnen worden. Ik kan groepen leiden, maar probeer de leiding niet altijd op mij te nemen. Door mijn energie en enthousiasme weet ik mensen te motiveren en vooral ook mijzelf daarin. Ik kan hard werken en voel in grote mate verantwoordelijkheid voor het werk dat ik oplever. Ik wil het werk zo goed mogelijk doen, maar vooral ook erg goed begrijpen. Hierdoor kan ik soms twijfelachtig zijn over het resultaat. Opvallend is dan dat ik veel vragen stel en tot op zekere hoogte onzeker wordt in hoeverre ik competent ben in het werk. Deze onzekerheid is (bijna) nooit legitiem, toch voelt het soms erg overweldigend. Dit is iets waar ik als professional aan moet werken. Met zekerheid zaken oppakken, vragen stellen en proberen beter te worden. Dan moet ik toch een heel eind komen. 

Bovenstaand verhaal komt uit mijn Persoonlijk Ontwikkelingsplan dat ik eerder in jaar 3 geschreven heb. In mijn ogen komen alle belangrijke aspecten van een sportkundige in het verhaal naar voren. Zo wil ik iemand zijn die kan luisteren naar anderen, zonder direct een oordeel klaar te hebben staan. Ik wil in groepen kunnen werken en collega’s op een juiste manier ondersteunen en aansturen waar dat nodig is. Als sportkundige vind ik het belangrijk om in staat te zijn mensen te motiveren en te enthousiasmeren. Verder wil ik openstaan voor andermans ideeën en gezamenlijk tot een besluit komen. 

Echter, ik zie ook mijn minder sterke punten. Als sportkundige wil ik in staat zijn mijn zwaktes te overwinnen door deze te erkennen en waar nodig is erover te praten met anderen. Dit laatste punt vind ik het lastigst, omdat je hiermee mensen tegen de haren in kan strijken. De uitdaging zit hem vooral in het kunnen overbrengen van zaken op een juiste manier. Op dit moment ga ik deze confrontatie niet altijd aan, om te voorkomen dat ik onenigheden krijg met mensen. Confrontaties aan kunnen gaan op het juiste moment zie ik als een uiterst belangrijke vaardigheid. Wat op veel verschillende gebieden in je leven van pas kan komen, daarom zie ik dit als een goed ontwikkelingspunt voor in de toekomst. 

Als ondersteuning van mijn sportkundige identiteit heb ik gekeken naar de feedback die ik ontvangen heb van mijn medestudenten in het project ‘Vitale Stad’. Aan de hand van deze feedback heb ik kunnen zien hoe klasgenoten mijn houding ervaren binnen een project. Ik ben tevreden om te kunnen zeggen dat deze feedback overeenkomt met de manier waarop ik mij hoop te gedragen tegenover mijn medestudenten en het werkveld. Dit geeft aan dat er veel zaken zijn die ik vooral moet blijven doen. 

De student demonstreert zijn ontwikkeling aangaande zelfsturing, interculturatiteit, veerkracht, gedrevenheid en leergierigheid als onderdeel van zijn sportkundige identiteit

Zelfsturing en gedrevenheid

In het tweede semester van jaar 3 zou ik naar Spanje om een minor te volgen in Positieve psychologie. Vanaf het eerste jaar wist ik al dat ik naar het buitenland wilde gaan. Een minor in Spanje leek mij de perfecte manier om langere tijd in contact te staan met een andere cultuur en taal. Ik had daarom vroegtijdig aangegeven bij verschillende docenten dat ik mijn minor in het derde jaar in het buitenland wilde volgen. In jaar 2 van mijn opleiding was ik in februari al begonnen met het in gang zetten van mijn inschrijving. Hiervoor ging ik het gesprek aan met Gerco van Dalfsen. Ik zocht direct contact op met alle mensen die mij moesten helpen in dit proces, waaronder de universiteit van Barcelona om ervoor te zorgen dat alles op tijd geregeld zou zijn om naar Spanje te gaan.

Interculturaliteit en leergierigheid 

Mijn voornaamste doel om naar Spanje te gaan was het leren van de taal. Ik ben al langere tijd geïnteresseerd in het eigen maken van een derde taal. Met name het Spaans heeft altijd al mijn interesse gewekt. Toen ik in 2018 in Spanje werkte, praatte ik alleen Engels met mijn collega’s en klanten. Hierdoor was het contact soms lastig, wanneer iemand alleen Spaans kon spreken. Als Sportkundige vind ik het belangrijk om mij breed te oriënteren en mij daarom ook te verdiepen in verschillende talen en culturen. In jaar 2 volgde ik gedurende het hele jaar Spaans lessen bij het Talencentrum van de Hanze en hield ik daarnaast mijn Spaans bij via Duolingo. Ook in jaar 3 probeer ik mijn Spaans op een consistente manier te onderhouden door dagelijks online lessen te volgen van Duolingo.

Veerkracht en gedrevenheid

Wanneer Covid-19 uitbrak dacht ik al snel aan de gevolgen die het zou hebben voor mijn minor in Spanje. Ik hield een lange tijd hoop dat ik nog wel naar Spanje zou gaan, maar wist dat ik met een back-up plan moest komen. Ik ging op zoek naar minoren in Nederland die mij interessant leken. Om mij te oriënteren ben ik gesprekken gaan voeren met mijn SLB-er om erachter te komen waar mijn interesse lag en welke opties ik allemaal had. Uit deze gesprekken kwam al snel naar voren dat een specifieke richting binnen de psychologie goed bij mij kon passen. Het liefst iets met betrekking tot positieve psychologie. Na mij georiënteerd te hebben op de verschillende minoren in deze branche, kwam ik uit op Prestatiepsychologie in Deventer. Binnen deze minor wordt er gekeken naar het effect van prestatiedruk binnen topsport, werk, sociale groepen en meer. In mijn ogen, een belangrijk thema dat van groot belang is als het gaat om het functioneren van individuen en groepen. Ik kan op dit moment zeggen dat de ontwikkelingen die ertoe geleid hebben dat ik niet naar Spanje kan gaan mij andere mogelijkheden hebben gegeven, die misschien wel net zo waardevol zijn.